Hoge Raad, 23-11-2010, BN9340, 09/03375 B
Hoge Raad, 23-11-2010, BN9340, 09/03375 B
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 23 november 2010
- Datum publicatie
- 23 november 2010
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2010:BN9340
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BN9340
- Zaaknummer
- 09/03375 B
Inhoudsindicatie
Beklag ex art. 552a Sv. Het Hof heeft zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het beklag over inbeslagneming in Turkije, omdat het Hof niet – met voldoende zekerheid – zou zijn gebleken dat de beslagen op deze goederen op verzoek van Nederland waren gelegd. Middel klaagt over de motivering van deze beslissing. HR: Art. 81 RO.
Uitspraak
23 november 2010
Strafkamer
nr. 09/03375 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 16 maart 2009, nummer RK 005027-05, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[Klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1956, ten tijde van de betekening van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft mr. A.G. van der Plas, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
1.2. De raadsvrouwe heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.W. Ilsink en J. de Hullu, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 november 2010.