Hoge Raad, 23-09-2011, BO6782, 10/01369
Hoge Raad, 23-09-2011, BO6782, 10/01369
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 23 september 2011
- Datum publicatie
- 23 september 2011
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2011:BO6782
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2011:BO6782
- Zaaknummer
- 10/01369
Inhoudsindicatie
Douanerechten; tariefposten 6209, 6211 en 9404 van de GN; algemene indelingsregels 1, 3 en 6 van de GN; tariefindeling van ‘kinderslaapzakken’.
Uitspraak
nr. 10/01369
23 september 2011
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van X B.V. te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 4 maart 2010, nr. P09/00026 DK, betreffende bindende tariefinlichtingen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Op verzoek van belanghebbende zijn door de Inspecteur vier bindende tariefinlichtingen gegeven.
De bindende tariefinlichtingen zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij in één geschrift vervatte uitspraken van de Inspecteur gehandhaafd.
De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 07/2443) heeft het tegen die uitspraken ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Minister van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
De Advocaat-Generaal M.E. van Hilten heeft op 15 november 2010 geconcludeerd tot ongegrond verklaren van het beroep in cassatie. De conclusie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
3.1. In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
3.1.1. Belanghebbende handelt in kleding, kledingaccessoires en dergelijke.
Op 3 oktober 2006 is namens haar een schriftelijke aanvraag ingediend voor de verstrekking van een bindende tariefinlichting voor producten die in de aanvragen zijn aangeduid als 'kinderslaapzak'. In de aanvraag is als beoogde tariefindeling postonderverdeling 9404 30 00 van de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: de GN) vermeld.
3.1.2. De producten waarop de hiervoor in 3.1.1 vermelde aanvraag zag, zijn bedoeld voor baby's respectievelijk voor jonge kinderen (vanaf ongeveer een jaar tot ongeveer vier jaar) om daarin (veilig) te slapen. Zij worden niet direct op het blote lijf gedragen, maar over de onderkleding.
3.1.3. De producten vertonen alle hetzelfde model en beschikken met het oog op de tariefindeling over soortgelijke kenmerken en eigenschappen, met dien verstande dat de maatvoering verschillend is. Twee producten betreffen een - als set bedoeld te gebruiken - buitenzak respectievelijk binnenzak met een lengtemaat van ongeveer 86 cm, bestemd voor baby's (hierna: de producten voor baby's). De andere twee producten betreffen een - eveneens als set bedoeld te gebruiken - buitenzak respectievelijk binnenzak met een lengtemaat van ongeveer 110 cm, bestemd voor jonge kinderen (hierna: de producten voor jonge kinderen).
De buitenzak is gemaakt van twee lagen weefsel van 100 percent katoen die op elkaar zijn gestikt met een tussenlaag van watten. De uitneembare binnenzak is gemaakt van 100 percent katoen, en is voorzien van een voering van fleece breiwerk. De binnenzak wordt met klittenband aan de buitenzak bevestigd. De rechte zij- en onderkanten van de buiten- en de binnenzak zijn dicht gestikt.
Het bovenste gedeelte van de zakken is gesneden in de vorm van een bovenlijfje, dat wil zeggen met een (nauwsluitende) halsopening en met (afritsbare) mouwen. Ter hoogte van het middel is een elastische insnoering gemaakt. De voorzijden van de buiten- en de binnenhoes zijn voorzien van een lange rits die van boven naar beneden wordt gesloten.
Aan de achterzijde van de zakken, in het midden, zit een opening waardoor een veiligheidsriem van bijvoorbeeld een autostoeltje of kinderstoeltje kan worden geschoven.
3.1.4. Bij beschikking heeft de Inspecteur voor de producten voor jonge kinderen op 20 november 2006 twee bindende tariefinlichtingen verstrekt. De Inspecteur heeft voor het verstrekken van de bindende tariefinlichtingen de producten voor jonge kinderen onderscheiden in afzonderlijk de buitenzak en de binnenzak en deze beide ingedeeld onder post 6211 42 van de GN, met als motivering:
"De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 7 op afdeling XVI [naar de Hoge Raad verstaat: afdeling XI], aantekening 4, 8 op hoofdstuk 62 en de tekst van de GN-codes 6211, 6211 42 en 6211 42 90."
De producten voor baby's, waarbij ook afzonderlijk is onderscheiden tussen buiten- en binnenzak, zijn door de Inspecteur bij beschikking van 28 november 2006 ingedeeld onder post 6209 20 van de GN, met als motivering:
"De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 7 op afdeling XVI [naar de Hoge Raad verstaat: afdeling XI], aantekening 4, op hoofdstuk 62 en de tekst van de GN-codes 6209, 6209 20 en 6209 20 00."
3.2.1. Naar het oordeel van het Hof moeten de producten voor baby's overeenkomstig de onderhavige bindende tariefinlichtingen worden ingedeeld onder post 6209 20 van de GN. Daartoe heeft het Hof gewezen op de toelichting op die post van de Internationale Douaneraad, waarin als voorbeelden zijn opgesomd inlegluiers en luiers, en waarin ook babyslaapzakken zijn genoemd. Door de aanwezigheid van een nauwsluitende opening voor de hals, (afritsbare) mouwen en een opening aan de voorzijde voorzien van een ritssluiting kunnen de producten voor baby's (over de onderkleding) worden gedragen, waarmee deze geheel voldoen aan hetgeen in post 6209 onder kleding voor baby's wordt verstaan, aldus het Hof. Daaraan doet naar het oordeel van het Hof niet af dat de producten bestemd zijn om baby's daarin (veilig) te doen slapen, aangezien volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in beginsel moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de posten van de GN en in de aantekeningen bij de afdelingen of hoofdstukken zijn omschreven. Evenmin doet naar 's Hofs oordeel aan de indeling onder post 6209 van de GN af dat de producten voor baby's in de branche worden aangeboden als slaapzak, aangezien de aanbiedingsvorm van goederen voor de indeling geen waarde heeft, tenzij daaraan in de wettelijk bepalende teksten wordt gerefereerd.
3.2.2. Het Hof heeft voorts geoordeeld dat de producten voor jonge kinderen dezelfde verschijningsvorm hebben en op dezelfde wijze zijn ontworpen als de producten voor baby's, zodat ook deze niet kunnen worden ingedeeld onder de door belanghebbende voorgestane post 9404 van de GN. De producten voor jonge kinderen moeten, naar het oordeel van het Hof, als kleding voor jonge kinderen met een lichaamslengte van meer dan 86 cm worden ingedeeld onder post 6211 42 van de GN.
3.3.1. Het middel keert zich in de eerste plaats met een rechtsklacht tegen het oordeel van het Hof dat de producten in hoofdstuk 62 van de GN moeten worden ingedeeld. Toepassing van de algemene indelingsregels 1 en 6 noopt, aldus het middel, tot indeling van de producten onder post 9404 van de GN, gelet op de bewoordingen van die post en op aantekening 1, letter s, op afdeling XI van de GN.
3.3.2. Afdeling XI van de GN met als opschrift "Textielstoffen en textielwaren" bevat een hoofdstuk 62 "kleding en kledingtoebehoren, andere dan van brei- of haakwerk".
Aantekening 1 op deze afdeling houdt in overeenstemming met de bepalingen van het Geharmoniseerde Systeem (hierna: de GS) onder meer in:
"Deze afdeling omvat niet:
(...)
s) artikelen bedoeld bij hoofdstuk 94 (bijvoorbeeld meubelen, artikelen voor bedden, verlichtingstoestellen);"
3.3.3. Post 6209 van de GN bevat onderverdeling 6209 20 en luidt als volgt:
"6209Kleding en kledingtoebehoren, voor baby's:
(...)
6209 20 00- van katoen"
Post 6211 van de GN bevat onderverdeling 6211 42 en luidt als volgt:
"6211 Trainingspakken, skipakken, badpakken en zwembroeken; andere kleding:
(...) - andere kleding, voor dames of voor meisjes:
(...)
6211 42 -- van katoen:
(...)
6211 42 90--- andere"
3.3.4. Post 9404 van de GN bevat onderverdeling 9404 30 en luidt als volgt:
"9404 Springbakken, spiraalmatrassen en dergelijke in een lijst of in een raam gevatte matrassen; artikelen voor bedden en dergelijke (bijvoorbeeld matrassen, dekbedden, gewatteerde dekens, kussens, poefs, peluws), met binnenvering of opgevuld met ongeacht welk materiaal, dan wel van rubber of van kunststof, met celstructuur, ook indien overtrokken"
(...)
9404 30 - slaapzakken"
3.3.5. Voor zover van belang bepaalde ten tijde van de afgifte van de in geding zijnde bindende tariefinlichtingen de GS-toelichting op post 6209 het volgende:
"Overeenkomstig aantekening 6a op dit hoofdstuk worden als kleding en kledingtoebehoren voor baby's aangemerkt, artikelen voor jonge kinderen met een lichaamslengte van niet meer dan 86 cm. Inlegluiers en luiers worden eveneens als babykleding aangemerkt.
Van de onder deze post vallende artikelen kunnen worden genoemd: doopjurken, babyslaapzakken, speelpakjes,(...)"
3.3.6. De GN-toelichting op post 6209 verklaart de GN-toelichting op post 6111 van overeenkomstige toepassing. Post 6111 ziet op "kleding en kledingtoebehoren, voor baby's, van brei- of haakwerk". In de GN-toelichting op post 6111 was ten tijde van de afgifte van de in geding zijnde bindende tariefinlichtingen het volgende bepaald:
"Deze post omvat kleding die in het algemeen gedragen wordt door kinderen die jonger zijn dan 18 maanden. Hiertoe behoren bijvoorbeeld al dan niet (...), reiszakken, (...).
Sommige van deze artikelen behoren naar hun aard tot de babyuitzet en kunnen dus, ongeacht de handelsmaat ervan, onder deze post ingedeeld blijven.
Dit is bijvoorbeeld het geval voor:
1. (...)
2. (...)
3. reiszakken: kledingstukken met capuchon en mouwen, tegelijkertijd slaapzak en mantel vormend (aan de onderzijde geheel gesloten);
4. slaapzakken met mouwen of armsgaten."
3.3.7. Op 4 juli 2007, na het vaststellen van de onderwerpelijke bindende tariefinlichtingen, is van kracht geworden Verordening (EG) nr. 651/2007 van de Commissie van 8 juni 2007 tot indeling van bepaalde goederen in de GN (Pb EU, L 153). In deze indelingsverordening is het hierna omschreven goed onder onderverdeling 6211 42 90 van de GN ingedeeld:
"2. Gewatteerd artikel van textiel samengesteld uit twee lagen weefsel van textiel (100 % katoen) samen gestikt met een tussenlaag van watten. Het geconfectioneerde artikel is aan elkaar genaaid en heeft de volgende eigenschappen: Het artikel is ongeveer 90 cm lang en heeft een nauwsluitende kraag. Het heeft een opening aan de voorzijde voorzien van een ritssluiting met een lengte van ongeveer 68 cm. Bij de taille is een elastische insnoering aangebracht. Het bovendeel van het artikel beschikt over armsgaten en de zij- en onderkanten zijn volledig gesloten. De snit van het bovendeel geeft het kledingstuk zijn lichaamsvorm.
(trappelzak voor kinderen)
(Zie foto nr. 640)
foto nr 640 "
Als motivering voor de indeling onder postonderverdeling 6211 42 90 van de GN is gegeven:
"De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 7 op afdeling XI, aantekening 8 op hoofdstuk 62 en de tekst van de GN-codes 6211, 6211 42 en 6211 42 90. Volgens aantekening 4 a) op hoofdstuk 62 kan dit artikel niet als "babykleding" worden aangemerkt aangezien het bestemd is voor jonge kinderen met een lichaamslengte van meer dan 86 cm. Daarom is het uitgezonderd van post 6209. Gelet op de GN-toelichting op post 6111, waarin trappelzakken voor baby's met armsgaten of mouwen als kledingstukken worden aangemerkt, moet dit artikel, dat op dezelfde manier is ontworpen als die voor baby's (het bovendeel heeft de snit van een kledingstuk) maar alleen groter van formaat is, ook als kledingstuk worden aangemerkt. Gelet op de snit van het bovendeel, wordt het artikel aangemerkt als een kledingstuk van afdeling XI en niet als een artikel voor bedden en dergelijke. Daarom is het uitgezonderd van post 9404. Aangezien er in de hoofdstukken kleding- en kledingtoebehoren geen specifieke post voor dit soort artikelen is, moet het als "andere kleding" worden ingedeeld."
3.3.8. Op 23 juli 2007 is, met het oog op een eenvormige toepassing van de gecombineerde nomenclatuur, de hiervoor in 3.3.5 vermelde tekst in de toelichting op de GN (Pb EU, C 149) gewijzigd. De gewijzigde tekst luidt als volgt:
"Zie aantekening 6, onder a) op dit hoofdstuk.
Deze post omvat kleding die gedragen wordt door kinderen met een lichaamslengte van niet meer dan 86 cm (in het algemeen van ongeveer 18 maanden oud). Hiertoe behoren bijvoorbeeld al dan niet gewatteerde manteltjes, boernoesen, reiszakken, kamerjasjes, babypakjes, eskimopakjes, lange en korte babybroeken, slobbroeken, kruippakjes, vestjes, jurkjes, rokjes, bolero's, anoraks, capes, tunieken, blouses, overgooiers, shorts enzovoort.
Sommige van deze artikelen, waarvan de maat niet kan worden vastgesteld, behoren naar hun aard tot de babyuitzet en vallen onder deze post, indien het duidelijk is dat zij voor baby's zijn bestemd.
Dit is bijvoorbeeld het geval voor:
1. doopjurkjes en -manteltjes;
2. boernoesen: manteltjes zonder mouwen, met capuchon;
3. reiszakken: kledingstukken met capuchon en mouwen, tegelijkertijd slaapzak en mantel vormend (aan de onderzijde geheel gesloten);
4. al dan niet gewatteerde trappelzakken met mouwen of armsgaten. Een voorbeeld is opgenomen in de foto hieronder:
Voorbeeld trappelzak "
3.4.1. De vraag rijst of de in geding zijnde producten voor baby's en jonge kinderen - anders dan de hiervoor in 3.3.5 en 3.3.6 (rechtens niet bindende) toelichtingen van de GS en GN voor 'babyslaapzakken' bepalen - met toepassing van de algemene indelingsregels 1 en 6 als kleding onder post 6209 (respectievelijk 6211) van de GN moeten worden ingedeeld dan wel dat zij als 'babyslaapzakken' moeten worden ingedeeld onder post 9404 van de GN.
3.4.2. Vast staat dat het bovenste gedeelte van de producten is uitgevoerd als kledingstuk (mouwen, nauwsluitende halsopening en taille), maar dat dit niet kan worden gezegd voor het onderste deel van de producten. Het onderste deel van de producten is uitgevoerd in de vorm van een (rechthoekige) zak waarin de baby of het jonge kind wordt gelegd als ware het in een slaapzak. Niet is in geschil dat de producten zijn ontworpen en worden gebruikt voor het comfortabel en veilig in bed (of bijvoorbeeld in een autostoeltje) doen slapen van baby's of jonge kinderen zonder dat 'los' beddengoed (lakens, dekens, dekbedden) noodzakelijk is. Zo beschouwd hebben de producten onmiskenbaar eigenschappen en kenmerken van slaapzakken.
3.4.3. Na hetgeen hiervoor in 3.4.2 is vermeld over de eigenschappen en kenmerken van de producten kan niet worden uitgesloten dat zij met toepassing van de algemene indelingsregels 1 en 6 en de hiervoor in 3.3.1 vermelde aantekening 1, aanhef en letter s, op hoofdstuk 62 van de GN moeten worden ingedeeld onder post 9404 van de GN. Daarbij is van belang wat de precieze reikwijdte van de posten 6209, 6211 respectievelijk 9404 van de GN is.
Wanneer producten als de onderhavige vatbaar zijn voor indeling onder zowel post 6209 (respectievelijk 6211) als post 9404 van de GN, moet nog nader worden beoordeeld onder welke post de producten met toepassing van algemene indelingsregel 3 dienen te worden ingedeeld. Wellicht kan worden gezegd dat de teksten van de posten 6209 en 6211 meer specifiek zijn dan de tekst van post 9404, zodat de producten op grond van algemene indelingsregel 3a onder de eerstvermelde posten moeten worden ingedeeld. Anders zou gelet moeten worden op het wezenlijke karakter van de producten (algemene indelingsregel 3b). Toepassing van algemene indelingsregel 3c leidt tot indeling onder post 9404.
3.3.6. Gelet op het voorgaande zal de Hoge Raad op de voet van artikel 267 VWEU een vraag voorleggen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie met betrekking tot de uitlegging van het unierecht.
4. Beslissing
De Hoge Raad verzoekt het Hof van Justitie van de Europese Unie uitspraak te doen over de volgende vraag:
Hoe moeten de postonderverdelingen 6209 20, 6211 42 van de GN en postonderverdeling 9404 30 van de GN worden uitgelegd met het oog op de tariefindeling van artikelen voor baby's of jonge kinderen als de onderwerpelijke?
De Hoge Raad houdt iedere verdere beslissing aan en schorst het geding totdat het Hof van Justitie naar aanleiding van vorenstaand verzoek uitspraak heeft gedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren C.B. Bavinck, E.N. Punt, J.A.C.A. Overgaauw en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 23 september 2011.