Home

Hoge Raad, 08-04-2011, BP3046, 09/04088

Hoge Raad, 08-04-2011, BP3046, 09/04088

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
8 april 2011
Datum publicatie
8 april 2011
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2011:BP3046
Formele relaties
Zaaknummer
09/04088

Inhoudsindicatie

Verbintenissenrecht. Verjaring rechtsvordering tot vernietiging rechtshandeling op grond van dwaling of bedrog; art. 3:52 lid 1, onder c, BW. Uitleg stellingen. Feitelijk oordeel. Ondeugdelijke cassatieklachten. (81 RO)

Uitspraak

8 april 2011

Eerste Kamer

09/04088

EE/AS

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[Eiseres],

wonende te [woonplaats],

EISERES tot cassatie,

advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens,

t e g e n

[Verweerster],

gevestigd te [vestigingsplaats],

VERWEERSTER in cassatie,

advocaat: mr. R.A.A. Duk.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerster].

1. Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. de vonnissen in de zaak 45315/HA ZA 02-140 van de rechtbank Zutphen van 16 mei 2002, 19 maart 2003 en 28 juli 2004;

b. de arresten in de zaak 104.000.762 (rolnummer 2005/136) van het gerechtshof te Arnhem van 27 juni 2006 (tussenarrest) en 28 april 2009 (eindarrest).

De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen de arresten van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

[Verweerster] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De zaak is voor [eiseres] toegelicht door haar advocaat en voor [verweerster] door mr. M.J. Schenck en mr. B. Verheij, advocaten te Amsterdam.

De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep met toepassing van art. 81 RO.

3. Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

verwerpt het beroep;

veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 3.026,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 8 april 2011.