Home

Hoge Raad, 12-07-2011, BP9387, 10/00064

Hoge Raad, 12-07-2011, BP9387, 10/00064

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
12 juli 2011
Datum publicatie
12 juli 2011
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2011:BP9387
Formele relaties
Zaaknummer
10/00064
Relevante informatie
Wetboek van Strafvordering [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-07-2024], Wetboek van Strafvordering [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-07-2024] art. 344, Wetboek van Strafvordering [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-07-2024] art. 359

Inhoudsindicatie

Denaturering. Bewezenverklaring steunt onder meer op een proces-verbaal van politie, inhoudende als relaas van de verbalisant dat de inhoud van de aangetroffen gripzakjes bestond uit “vermoedelijk” 50 gram amfetamine. Gelet hierop mocht het Hof niet dit proces-verbaal weergeven met weglating van het woord “vermoedelijk”. Dit brengt mee dat de bewezenverklaring niet naar de eis der wet met redenen is omkleed.

Uitspraak

12 juli 2011

Strafkamer

nr. 10/00064

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 9 november 2009, nummer 21/000632-08, in de strafzaak tegen:

[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970, ten tijde van de betekening van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

1. De bestreden uitspraak

Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Zutphen van

1 februari 2008 - de verdachte ter zake van 1. "Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod" veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden en ter zake van 2. (de Hoge Raad leest:) "Handelen in strijd met een in artikel 3 van de Opiumwet gegeven verbod, viermaal gepleegd" veroordeeld tot "4 (vier) hechtenisstraffen, telkens voor de duur van 3 (drie) dagen" met verbeurdverklaring zoals in het arrest omschreven.

2. Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M.L.M. van der Voet, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Advocaat-Generaal Silvis heeft primair geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

3. Beoordeling van het middel

3.1. Het middel klaagt onder meer over denaturering door het Hof van een tot het bewijs gebezigd proces-verbaal van politie.

3.2.1. Ten laste van de verdachte is onder 1 bewezenverklaard dat:

"hij op 30 oktober 2006 te Ulft, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 50 gram van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I."

3.2.2. Deze bewezenverklaring steunt onder meer op het in het middel bedoelde proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 1], inhoudende het relaas van de verbalisant. Dat relaas is door het Hof als volgt weergegeven:

"Met de speurhond, Jacky, werd door mij een onderzoek ingesteld in een Opel Corso met het kenteken [AA-00-BB].

Bij dit onderzoek "tekende" de hond op meerdere plaatsen, zowel voorin als achterin het voertuig. Bij het door mij ingestelde onderzoek trof ik op de vloer van het voertuig, tussen de bestuurdersstoel en de achterbank, een pakketje aan. Het bleken tien gripzakjes met daarin wit poeder.

In mijn bijzijn werd de poeder op het districtsbureau te Doetinchem getest en gewogen. De inhoud bestond uit ongeveer 50 gram amfetamine. De aangetroffen zakjes werden door mij op het bureau achtergelaten bij [verbalisant 2]."

3.2.3. Voormeld proces-verbaal, dat zich bevindt bij de op de voet van art. 434, eerste lid, Sv aan de Hoge Raad gezonden stukken, houdt als relaas van de verbalisant in:

"Met de speurhond, Jacky, werd door mij een onderzoek ingesteld in een motorvoertuig, merk Opel, type Corsa, kleur zwart en voorzien van het kenteken [AA-00-BB] (Dld), in verband met mogelijke aanwezigheid van middelen en of stoffen, genoemd op lijst I en II van de Opiumwet.

Verloop assistentie

Bij dit onderzoek "tekende" de hond op meerdere plaatsen, zowel voorin als achterin het voertuig. Bij het door mij ingestelde onderzoek trof ik op de vloer van het bovengenoemde voertuig, tussen de bestuurdersstoel en de achterbank een pakketje aan. Het bleken 10 gripzakjes met daarin witte poeder. De tien zakjes waren gevouwen en in twee pakketjes van vijfjes zakjes met plakband bij elkaar verpakt en het geheel was weer verpakt in 4 of 5 andere plastic gripzakjes.

In mijn bijzijn werd de poeder op het districtsbureau te Doetinchem getest en gewogen. Vermoedelijk bestond de inhoud van de 10 gripzakjes uit ongeveer 50 gram amfetamine. Bovengenoemde werd door mij op het districtsbureau te Doetinchem, bij [verbalisant 2] achtergelaten."

3.3. Het hiervoor onder 3.2.3 weergegeven proces-verbaal houdt in als relaas van [verbalisant 1] dat de inhoud van de aangetroffen gripzakjes bestond uit "vermoedelijk" 50 gram amfetamine. Gelet hierop was het het Hof niet toegestaan diens relaas weer te geven met weglating van het woord "vermoedelijk". Dit brengt mee dat de bewezenverklaring niet naar de eis der wet met redenen is omkleed.

3.4. De klacht is gegrond.

4. Slotsom

Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat het middel voor het overige geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.

5. Beslissing

De Hoge Raad:

vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde;

wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;

verwerpt het beroep voor het overige.

Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 12 juli 2011.