Hoge Raad, 09-12-2011, BR6381, 10/04260
Hoge Raad, 09-12-2011, BR6381, 10/04260
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 9 december 2011
- Datum publicatie
- 9 december 2011
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2011:BR6381
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2011:BR6381
- Zaaknummer
- 10/04260
Inhoudsindicatie
Art. 224 Gemeentewet. Verordening toeristenbelasting gemeente Woensdrecht. Poolse uitzendkrachten ondergebracht in voormalige kazerne. Geen ‘hotel’ of ‘pension’ als bedoeld in de Verordening.
Uitspraak
Nr. 10/04260
9 december 2011
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht te Woensdrecht (hierna: het College) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 20 augustus 2010, nr. 09/00210, betreffende een aan X B.V. te Z (hierna: belanghebbende) opgelegde aanslag in de toeristenbelasting.
1. Het geding in feitelijke instanties
Aan belanghebbende is voor het jaar 2005 een aanslag in de toeristenbelasting van de gemeente Woensdrecht opgelegd, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Woensdrecht (hierna: de heffingsambtenaar) is verminderd.
De Rechtbank te Breda (nr. AWB 07/5114) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep gegrond verklaard en de uitspraak van de heffingsambtenaar alsmede de aanslag vernietigd.
De heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Het College heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
De Advocaat-Generaal R.L.H. IJzerman heeft op 14 juli 2011 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep.
Het College heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten
Het College zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat de zaak met nummer 10/04266 met de onderhavige zaak samenhangt in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart het beroep in cassatie ongegrond, en
veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op de helft van € 874, derhalve € 437, voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.W. van den Berge als voorzitter, en de raadsheren J.W.M. Tijnagel en M.W.C. Feteris, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 9 december 2011.
Van de gemeente Woensdrecht wordt ter zake van het door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht ingestelde beroep in cassatie een griffierecht geheven van € 448.