Home

Hoge Raad, 14-10-2011, BT7588, 11/04213

Hoge Raad, 14-10-2011, BT7588, 11/04213

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
14 oktober 2011
Datum publicatie
14 oktober 2011
ECLI
ECLI:NL:HR:2011:BT7588
Zaaknummer
11/04213

Inhoudsindicatie

De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard, zie ook het arrest 09/05016.

Uitspraak

nr. 11/04213

14 oktober 2011

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 20 oktober 2009, nr. BK-08/00317, betreffende een beschikking invorderingsrente.

1. Het geding in feitelijke instanties

Aan belanghebbende is voor het jaar 2006 een voorlopige aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd. Deze voorlopige aanslag is op 3 juli 2007 verminderd, waarbij bij beschikking invorderingsrente is vergoed. Deze beschikking is, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Ontvanger gehandhaafd.

De Rechtbank te 's-Gravenhage (nr. AWB 07/6802 IW) heeft het tegen deze uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.

Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd.

2. Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

De Minister van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

De Advocaat-Generaal R.L.H. IJzerman heeft op 30 december 2010 geconcludeerd tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie.

Zowel belanghebbende als de Staatssecretaris van Financiën heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.

3. Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (zie het heden door de Hoge Raad, eveneens met betrekking tot belanghebbende, gewezen arrest in de zaak nr. 09/05016).

4. Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

5. Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren J.W.M. Tijnagel, A.H.T. Heisterkamp, M.W.C. Feteris en R.J. Koopman, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 14 oktober 2011.