Hoge Raad, 25-10-2013, ECLI:NL:HR:2013:1050, 12/02862
Hoge Raad, 25-10-2013, ECLI:NL:HR:2013:1050, 12/02862
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 25 oktober 2013
- Datum publicatie
- 25 oktober 2013
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2013:1050
- Zaaknummer
- 12/02862
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO.
Uitspraak
25 oktober 2013
nr. 12/02862
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 26 april 2012, nrs. 04/00879 en 04/00880, betreffende de aan belanghebbende over de jaren 1991 tot en met 2000 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de over de jaren 1992 tot en met 2000 opgelegde navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting, de daarbij gegeven beschikkingen inzake een verhoging dan wel boetebeschikkingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.