Hoge Raad, 22-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1269, 12/05500
Hoge Raad, 22-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1269, 12/05500
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 22 november 2013
- Datum publicatie
- 22 november 2013
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2013:1269
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:767, Gevolgd
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2012:BY3641, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 12/05500
Inhoudsindicatie
Art. 33 Wet IB 1964. Art. 3.146 Wet IB 2001. Art. 13a Wet LB 1964. Gereserveerde bonussen door werknemer (niet DGA) genoten in het jaar van uitbetaling.
Uitspraak
22 november 2013
nr. 12/05500
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 18 oktober 2012, nrs. 11/00364 en 11/00390, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 09/2228) betreffende een ingehouden bedrag aan loonbelasting/premie volksverzekeringen. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
De Advocaat-Generaal R.E.C.M. Niessen heeft op 10 juli 2013 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.
Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (vgl. onderdeel 6 van de conclusie van de Advocaat‑Generaal).
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.