Hoge Raad, 12-07-2013, ECLI:NL:HR:2013:186, 11/05219
Hoge Raad, 12-07-2013, ECLI:NL:HR:2013:186, 11/05219
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 12 juli 2013
- Datum publicatie
- 24 juli 2013
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2013:186
- Zaaknummer
- 11/05219
Inhoudsindicatie
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan m.t.v. artikel 81 lid 1 RO.
Uitspraak
12 juli 2013
nr. 11/05219
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 20 oktober 2011, nrs. P07/00562, 07/00616 en 07/00617, betreffende navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de daarbij gegeven beschikkingen inzake een verhoging en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.
1 Het geding in feitelijke instantie
Aan belanghebbende zijn over de jaren 1990, 1994 en 1997 navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd. De navorderingsaanslagen zijn opgelegd met een verhoging van honderd percent van de nagevorderde belasting, van welke verhoging geen kwijtschelding is verleend. Tevens is heffingsrente in rekening gebracht.
De navorderingsaanslagen, de daarbij gegeven kwijtscheldingsbeschikkingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraken van de Inspecteur gehandhaafd.
Belanghebbende heeft tegen die uitspraken beroep ingesteld bij het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch.
Dit hof (nrs. 03/01592, 04/00345 en 04/00346) heeft de beroepen gegrond verklaard en de uitspraken van de Inspecteur, de navorderingsaanslagen, de daarbij gegeven kwijtscheldingsbeschikkingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente vernietigd.
2 Het eerste geding in cassatie
De uitspraak van het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch is op de beroepen van de Staatssecretaris van Financiën bij arresten van de Hoge Raad van 10 augustus 2007, nr. 42715, LJN BA0582, BNB 2007/312, nr. 42716 en nr. 42717, vernietigd, met verwijzing van het geding naar het Gerechtshof te Amsterdam (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dat arrest.
Het Hof heeft de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur vernietigd, de navorderingsaanslagen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente verminderd, de verhogingen over de jaren 1990 en 1997 kwijtgescholden en de verhoging over het jaar 1994 gedeeltelijk kwijtgescholden.
3 Het tweede geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft de zaak doen toelichten door mr. R.W.J. Kerckhoffs, advocaat te Breda.