Home

Hoge Raad, 12-07-2013, ECLI:NL:HR:2013:191, 12/05119

Hoge Raad, 12-07-2013, ECLI:NL:HR:2013:191, 12/05119

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
12 juli 2013
Datum publicatie
24 juli 2013
ECLI
ECLI:NL:HR:2013:191
Zaaknummer
12/05119

Inhoudsindicatie

De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan m.t.v. artikel 81 lid 1 RO.

Uitspraak

12 juli 2013

nr. 12/05119

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer te Hoofddorp (hierna: het College) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 20 september 2012, nr. 11/00557, betreffende een door [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) gedaan verzoek om een veroordeling in de proceskosten.

1 Het geding in feitelijke instanties

Bij de intrekking van het beroep tegen een uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Haarlemmermeer (hierna: de heffingsambtenaar) met betrekking tot een ten aanzien van belanghebbende genomen beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken, heeft belanghebbende de Rechtbank verzocht de heffingsambtenaar te veroordelen in de kosten van het geding voor de Rechtbank.

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 11/274) heeft de heffingsambtenaar veroordeeld in die kosten.

De heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.

Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd.

2 Geding in cassatie

Het College heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij twee middelen voorgesteld.

Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

Het College heeft een conclusie van repliek ingediend.

3 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Proceskosten

5 Beslissing