Hoge Raad, 20-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:2060, 13/02164
Hoge Raad, 20-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:2060, 13/02164
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 20 december 2013
- Datum publicatie
- 20 december 2013
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2013:2060
- Zaaknummer
- 13/02164
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO
Uitspraak
20 december 2013
Nr. 13/02164
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag te Den Haag (hierna: het College) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 13 maart 2013, nrs. BK-11/00926, 11/00927, 11/00931 en 11/00932, op de hoger beroepen van Stichting [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) en de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag, betreffende een ten aanzien van belanghebbende genomen beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en een aanslag in de onroerendezaakbelastingen.
1 Geding in cassatie
Het College heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. Zij heeft tevens incidenteel beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten voorgesteld.
Het College heeft een conclusie van repliek ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van dupliek ingediend.
Het College heeft het incidenteel beroep beantwoord.
2 Beoordeling van de in het principale beroep voorgestelde klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beoordeling van de in het incidentele beroep voorgestelde middelen
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.