Hoge Raad, 27-09-2013, ECLI:NL:HR:2013:796, 13/01046
Hoge Raad, 27-09-2013, ECLI:NL:HR:2013:796, 13/01046
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 27 september 2013
- Datum publicatie
- 30 september 2013
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2013:796
- Zaaknummer
- 13/01046
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
27 september 2013
nr. 13/01046
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 januari 2013, nr. 12/00516, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Zutphen (nr. 10/1078 WOZ) betreffende de beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken voor het jaar 2010 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z].
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.