Hoge Raad, 27-09-2013, ECLI:NL:HR:2013:814, 13/00283
Hoge Raad, 27-09-2013, ECLI:NL:HR:2013:814, 13/00283
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 27 september 2013
- Datum publicatie
- 30 september 2013
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2013:814
- Zaaknummer
- 13/00283
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
27 september 2013
nr. 13/00283
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van de erfgenamen van [A], gewoond hebbende te [Z], België (hierna: belanghebbenden) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 11 december 2012, nr. 11/00037, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Het geding in feitelijke instanties
Ten name van J. Veldman is voor het jaar 2003 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen vastgesteld, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.
De Rechtbank te Leeuwarden (nr. AWB 08/2793 IB/PVV) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de aanslag verminderd.
De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank vernietigd en het tegen de uitspraak van de Inspecteur ingestelde beroep ongegrond verklaard.
2 Geding in cassatie
Belanghebbenden hebben tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij drie middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbenden hebben een conclusie van repliek ingediend.
3 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.