Hoge Raad, 18-10-2013, ECLI:NL:HR:2013:995, 13/02669
Hoge Raad, 18-10-2013, ECLI:NL:HR:2013:995, 13/02669
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 18 oktober 2013
- Datum publicatie
- 21 oktober 2013
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2013:995
- Zaaknummer
- 13/02669
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
18 oktober 2013
nr. 13/02669
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer (hierna: het College) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 23 april 2013, nr. 11/00270, op het hoger beroep van de heffingsambtenaar tegen een uitspraak van de Rechtbank Zwolle-Lelystad (nr. Awb 10/2124) betreffende een door [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) gedaan verzoek om vergoeding van kosten in verband met de behandeling van het bezwaar.
1 Geding in cassatie
Het College heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (vgl. het heden in de zaak met nummer 13/01234 uitgesproken arrest van de Hoge Raad, waarvan een geanonimiseerd afschrift aan dit arrest is gehecht).
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.