Home

Hoge Raad, 12-04-2013, BZ6795, 11/05139

Hoge Raad, 12-04-2013, BZ6795, 11/05139

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
12 april 2013
Datum publicatie
12 april 2013
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2013:BZ6795
Formele relaties
Zaaknummer
11/05139

Inhoudsindicatie

Art. 6:6 Awb. Beroep door rechtbank niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig vermelden van de gronden. Beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81, lid 1, Wet RO.

Uitspraak

12 april 2013

nr. 11/05139

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van X B.V. te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Rechtbank Zwolle-Lelystad van 11 oktober 2011, nr. AWB 11/443, op het verzet van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank betreffende een aanslag in de zuiveringsheffing bedrijfsruimte.

1. Het geding in feitelijke instantie

Aan belanghebbende is voor het jaar 2005 een aanslag in de zuiveringsheffing bedrijfsruimte opgelegd, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de heffingsambtenaar van Tricijn Belastingen is gehandhaafd.

Belanghebbende heeft tegen die uitspraak beroep ingesteld bij de Rechtbank.

De Rechtbank heeft bij uitspraak van 4 mei 2011 het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat belanghebbende nalatig is gebleven in het aanvoeren van de gronden van het beroep. Belanghebbende heeft daartegen verzet gedaan. De Rechtbank heeft bij de in cassatie bestreden uitspraak het verzet ongegrond verklaard. De uitspraak van de Rechtbank op het verzet is aan dit arrest gehecht.

2. Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank op het verzet beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

Advocaat-Generaal R.L.H. IJzerman heeft op 22 oktober 2012 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.

3. Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

5. Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J.W. van den Berge als voorzitter, en de raadsheren M.W.C. Feteris, P.M.F. van Loon, R.J. Koopman en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 12 april 2013.

De voorzitter is verhinderd het arrest te ondertekenen. In verband daarmee is het arrest ondertekend door mr. M.W.C. Feteris.