Home

Hoge Raad, 10-01-2014, ECLI:NL:HR:2014:10, 13/00799

Hoge Raad, 10-01-2014, ECLI:NL:HR:2014:10, 13/00799

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
10 januari 2014
Datum publicatie
10 januari 2014
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:10
Zaaknummer
13/00799

Inhoudsindicatie

Herstelarrest.

Uitspraak

10 januari 2014

nr. 13/00799

Arrest

gewezen ter verbetering van het arrest van de Hoge Raad van 18 oktober 2013, nr. 13/00799, ECLI:NL:HR:2013:997, gewezen op het beroep in cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer (hierna: het College) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 8 januari 2013, nr. 11/00266.

1 Het arrest in het geding

1.1.

De Hoge Raad heeft in deze zaak op 18 oktober 2013 arrest gewezen.

Nadien heeft het College verzocht om verduidelijking van het arrest.

Belanghebbende heeft zich schriftelijk over het verzoek uitgelaten.

1.2.

In onderdeel 4 van het arrest wordt het College veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 944 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De overwegingen van het arrest sluiten hierbij echter niet aan. In onderdeel 3 van het arrest is namelijk vermeld dat de Hoge Raad geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de proceskosten. Deze formulering berust op een misslag. Zoals ook blijkt uit de beslissing, acht de Hoge Raad wel termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten, aangezien het beroep in cassatie van het College ongegrond is verklaard.

1.3.

Deze fout dient te worden hersteld. Dit brengt mee dat in onderdeel 3 van het arrest de zinsnede “acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten” wordt vervangen door: “acht termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten”.

2 Beslissing

De Hoge Raad:

verbetert de hierboven vermelde fout in het arrest van 18 oktober 2013, nr. 13/00799, op de wijze vermeld in onderdeel 1.3 hiervoor, en

stelt de verbetering op de minuut van dat arrest.

Dit arrest is gewezen door de vice-president M.W.C. Feteris als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van  Loon en R.J. Koopman, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2014.