Home

Hoge Raad, 02-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1072, 13/05736

Hoge Raad, 02-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1072, 13/05736

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
2 mei 2014
Datum publicatie
2 mei 2014
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:1072
Formele relaties
Zaaknummer
13/05736

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

2 mei 2014

Nr. 13/05736

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 16 oktober 2013, nrs. BK-12/00672 t/m BK-12/00676, op de hoger beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken van de Rechtbank te ’s-Gravenhage (nrs. AWB 10/1135, AWB 10/1136, AWB 10/1137, AWB 10/1139 en AWB 10/1140) betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2001 tot en met 2003 opgelegde aanslagn in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, in de premie Ziekenfondswet en in de premie arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing