Hoge Raad, 13-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1393, 13/03286
Hoge Raad, 13-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1393, 13/03286
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 juni 2014
- Datum publicatie
- 13 juni 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:1393
- Zaaknummer
- 13/03286
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
13 juni 2014
nr. 13/03286
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z], België (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 11 juli 2013, nr. 12/01127, op het incidenteel hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 11/6785) betreffende een door de Sociale verzekeringsbank (hierna: de SVB) aan belanghebbende gegeven beschikking ingevolge de Wet mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De SVB heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
Daarenboven heeft belanghebbende een verzoek om wraking ingediend.
Bij beslissing van 3 juni 2014, nr. 14/01289 is het wrakingsverzoek afgewezen.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.