Hoge Raad, 13-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1422, 13/03232
Hoge Raad, 13-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1422, 13/03232
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 juni 2014
- Datum publicatie
- 13 juni 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:1422
- Zaaknummer
- 13/03232
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
13 juni 2014
nr. 13/03232
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 15 mei 2013, nr. BK-12/00511, op het verzet van belanghebbende tegen de uitspraak van het Hof van 9 oktober 2012, nr. BK‑12/00511, betreffende het verzoek om herziening van de uitspraak van het Hof van 24 juni 2011, nr. BK‑04/2452.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak op het verzet beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.