Hoge Raad, 20-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1473, 14/00720
Hoge Raad, 20-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1473, 14/00720
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 20 juni 2014
- Datum publicatie
- 20 juni 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:1473
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2013:4797
- Zaaknummer
- 14/00720
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
20 juni 2014
Nr. 14/00720
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 20 december 2013, nr. BK‑13/00408, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 12/10748) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2008 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven boetebeschikking.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.