Hoge Raad, 20-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1476, 13/02908
Hoge Raad, 20-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1476, 13/02908
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 20 juni 2014
- Datum publicatie
- 20 juni 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:1476
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2013:CA1823
- Zaaknummer
- 13/02908
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
20 juni 2014
Nr. 13/02908
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 22 mei 2013, nr. 04/01269, betreffende de aan belanghebbende over de jaren 1990 tot en met 2000 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de over de jaren 1991 tot en met 2000 opgelegde navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting, de daarbij gegeven beschikkingen inzake een verhoging dan wel boetebeschikkingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.