Hoge Raad, 08-08-2014, ECLI:NL:HR:2014:2285, 13/04356
Hoge Raad, 08-08-2014, ECLI:NL:HR:2014:2285, 13/04356
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 8 augustus 2014
- Datum publicatie
- 8 augustus 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:2285
- Zaaknummer
- 13/04356
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
8 augustus 2014
nr. 13/04356
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 31 juli 2013, nrs. BK‑12/00774 en BK-13/00155, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te ’s-Gravenhage (nrs. AWB 12/2424 en AWB 12/5315) betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2007 en 2008 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.