Hoge Raad, 19-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2713, 13/06244
Hoge Raad, 19-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2713, 13/06244
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 19 september 2014
- Datum publicatie
- 19 september 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:2713
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:4152
- Zaaknummer
- 13/06244
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
19 september 2014
Nr. 13/06244
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 31 oktober 2013, nr. 12/00717, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem (nrs. AWB 10/384, 10/385, 10/386, 10/387 en 12/1220) betreffende het verzoek van belanghebbende om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.