Home

Hoge Raad, 19-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2722, 14/00578

Hoge Raad, 19-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2722, 14/00578

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
19 september 2014
Datum publicatie
19 september 2014
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:2722
Formele relaties
Zaaknummer
14/00578

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

19 september 2014

Nr. 14/00578

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 19 december 2013, nr. 12/00093, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Breda (nr. AWB 11/3245) betreffende de aan belanghebbende over het jaar 2000 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de daarbij gegeven boetebeschikking en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (vgl. HR 28 maart 2014, nr. 13/03554, ECLI:NL:HR:2014:689, BNB 2014/137, en HR 2 mei 2014, nr. 13/04723, ECLI:NL:HR:2014:1032, BNB 2014/139).

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing