Hoge Raad, 26-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2795, 14/02789
Hoge Raad, 26-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2795, 14/02789
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 26 september 2014
- Datum publicatie
- 26 september 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:2795
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2014:1444
- Zaaknummer
- 14/02789
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
Uitspraak
26 september 2014
Nr. 14/02789
Arrest
gewezen op het door [X] te [Z] ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 17 april 2014, nrs. 13/00237 tot en met 13/00242, betreffende een zestal aan [A] GmbH te [Q], Duitsland, uitgereikte uitnodigingen tot betaling (UTB’s).
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
Het beroepschrift in cassatie bevat, hoewel artikel 6:5, lid 1, letter d, Awb dit vereist, niet de gronden van het beroep.
Bij aangetekende brief van 10 juni 2014, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, heeft de griffier van de Hoge Raad belanghebbende in de gelegenheid gesteld dat verzuim binnen zes weken na de dagtekening van deze brief te herstellen. Die termijn eindigde op 22 juli 2014.
Nu herstel van het verzuim niet tijdig heeft plaatsgevonden – de op 24 juli 2014 bij de Hoge Raad ingekomen brief wordt als te laat ingekomen buiten beschouwing gelaten –, zal de Hoge Raad met toepassing van het bepaalde in artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 26 september 2014.