Hoge Raad, 26-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2830, 14/02683
Hoge Raad, 26-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2830, 14/02683
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 26 september 2014
- Datum publicatie
- 26 september 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:2830
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:1325
- Zaaknummer
- 14/02683
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
26 september 2014
Nr. 14/02683
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 9 april 2014, nr. BK-13/00522, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 12/8895) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2010 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen, alsmede een beschikking inzake heffingsrente.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 26 september 2014.