Hoge Raad, 03-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2877, 13/06239
Hoge Raad, 03-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2877, 13/06239
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 3 oktober 2014
- Datum publicatie
- 3 oktober 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:2877
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:4157
- Zaaknummer
- 13/06239
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
3 oktober 2014
Nr. 13/06239
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 31 oktober 2013, nr. 13/00031, betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2008 opgelegde aanslagen in de precariobelasting ingevolge de Waterschapswet.
1 Het eerste geding in cassatie
De uitspraak van het Gerechtshof te ’s-Gravenhage is op het beroep van de Staatssecretaris bij arrest van de Hoge Raad van 4 januari 2013, nr. 12/00711, ECLI:NL:HR:2013:BY7672, BNB 2013/103, vernietigd, met verwijzing van het geding naar het Gerechtshof Amsterdam (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dat arrest.
Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank te Rotterdam (nr. AWB 09/671) vernietigd en het bij de Rechtbank ingestelde beroep ongegrond verklaard.
2 Het tweede geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (hierna: het Bestuur) heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
Het Bestuur heeft een conclusie van dupliek ingediend.
3 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.