Hoge Raad, 10-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2926, 13/03225
Hoge Raad, 10-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2926, 13/03225
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 10 oktober 2014
- Datum publicatie
- 13 oktober 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:2926
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:483, Contrair
- Zaaknummer
- 13/03225
Inhoudsindicatie
Art. 3.120, lid 1, letter b, Wet IB 2001; Erfpachtconstructie. GrondwaardePlan B.V..
Uitspraak
10 oktober 2014
Nr. 13/03225
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 23 mei 2013, nr. 11/00887, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 10/1661), betreffende aan belanghebbende opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor de jaren 2005 en 2006. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
De Advocaat-Generaal R.E.C.M. Niessen heeft op 22 mei 2014 geconcludeerd tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie.
De Staatssecretaris heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
Het middel faalt op grond van hetgeen is overwogen in het heden in de zaak met nummer 13/02758 uitgesproken arrest van de Hoge Raad, waarvan een geanonimiseerd afschrift aan dit arrest is gehecht.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.