Hoge Raad, 10-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2940, 13/05421
Hoge Raad, 10-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2940, 13/05421
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 10 oktober 2014
- Datum publicatie
- 13 oktober 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:2940
- Zaaknummer
- 13/05421
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
10 oktober 2014
nr. 13/05421
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 26 september 2013, nr. AWB 12/5810, betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2009 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank beroep in cassatie ingesteld en daarbij één middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.