Hoge Raad, 17-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:3006, 13/05445
Hoge Raad, 17-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:3006, 13/05445
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 17 oktober 2014
- Datum publicatie
- 17 oktober 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:3006
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2013:7348, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 13/05445
Inhoudsindicatie
HR: art. 81RO.
Uitspraak
17 oktober 2014
nr. 13/05445
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] vof te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 september 2013, nr. 12/00113, op het hoger beroep van belanghebbende en het incidentele hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank te Arnhem (nr. AWB 10/3267) betreffende een aan belanghebbende over de periode 1 januari 2006 tot en met 31 december 2008 opgelegde naheffingsaanslag in de omzetbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.