Hoge Raad, 14-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3242, 13/04852
Hoge Raad, 14-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3242, 13/04852
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 14 november 2014
- Datum publicatie
- 14 november 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:3242
- Zaaknummer
- 13/04852
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
14 november 2014
nr. 13/04852
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z], Zwitserland (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 3 september 2013, nr. 11/00657, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Arnhem (nr. AWB 09/2186) betreffende een aan belanghebbende over het jaar 1999 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.