Hoge Raad, 12-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3584, 14/00902
Hoge Raad, 12-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3584, 14/00902
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 12 december 2014
- Datum publicatie
- 12 december 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:3584
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2014:5
- Zaaknummer
- 14/00902
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
12 december 2014
Nr. 14/00902
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 januari 2014, nr. 12/00629, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Arnhem (nr. AWB 12/1598) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking tot aansprakelijkstelling ingevolge de Invorderingswet 1990 voor de door [A] B.V. verschuldigde omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 1999 tot en met 31 december 2001, alsmede de verzoeken van belanghebbende om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn en om een vergoeding in de proceskosten.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.