Hoge Raad, 12-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3586, 14/01052
Hoge Raad, 12-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3586, 14/01052
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 12 december 2014
- Datum publicatie
- 12 december 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:3586
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:1779
- Zaaknummer
- 14/01052
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
12 december 2014
Nr. 14/01052
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 21 januari 2014, nr. 12/00538, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te 's-Gravenhage (nr. AWB 10/7126) betreffende de aan belanghebbende over het jaar 2000 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.