Hoge Raad, 28-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:425, 13/04000
Hoge Raad, 28-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:425, 13/04000
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 28 februari 2014
- Datum publicatie
- 28 februari 2014
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:425
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:2283
- Zaaknummer
- 13/04000
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
28 februari 2014
Nr. 13/04000
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van V.o.f. [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013, nrs. 12/00440, 12/00443, 12/00444 en 12/00445, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem (nrs. AWB 11/1655 en AWB 11/1658 tot en met AWB 11/1660) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 2005 tot en met 2008 opgelegde naheffingsaanslagen in de omzetbelasting en over de jaren 2006 tot en met 2008 opgelegde naheffingsaanslagen loonheffingen en de daarbij gegeven boetebeschikkingen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.