Hoge Raad, 28-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:427, 13/02345
Hoge Raad, 28-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:427, 13/02345
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 28 februari 2014
- Datum publicatie
- 28 februari 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:427
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ7182
- Zaaknummer
- 13/02345
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
28 februari 2014
Nr. 13/02345
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 4 april 2013, nr. 12/711, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. AWB 11/6316) betreffende de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.