Hoge Raad, 17-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:1043, 14/04087
Hoge Raad, 17-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:1043, 14/04087
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 17 april 2015
- Datum publicatie
- 17 april 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:1043
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:2326
- Zaaknummer
- 14/04087
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
17 april 2015
Nr. 14/04087
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 11 juli 2014, nrs. BK-13/00707 en 13/00708, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nrs. SGR 12/11540 en 12/11542) betreffende de aan belanghebbende over de tijdvakken 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009 en 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 opgelegde naheffingsaanslagen in de loonbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft de zaak doen toelichten door mr. R.W.J. Kerckhoffs, advocaat te Breda.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.