Hoge Raad, 23-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:105, 14/02830
Hoge Raad, 23-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:105, 14/02830
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 23 januari 2015
- Datum publicatie
- 23 januari 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:105
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:1469
- Zaaknummer
- 14/02830
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
23 januari 2015
Nr. 14/02830
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 25 april 2014, nr. BK-13/00673, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 12/11428) betreffende de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting en de daarbij gegeven boetebeschikking.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.