Hoge Raad, 23-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:106, 14/02573
Hoge Raad, 23-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:106, 14/02573
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 23 januari 2015
- Datum publicatie
- 23 januari 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:106
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:1236
- Zaaknummer
- 14/02573
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
23 januari 2015
Nr. 14/02573
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 9 april 2014, nr. BK-13/01430, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. AWB 13/4250 GGH) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslagen in de afvalstoffenheffing en de rioolheffing van de gemeente Leiden en de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslag in de watersysteemheffing van het Hoogheemraadschap van Rijnland.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het dagelijks bestuur van het Openbaar Lichaam Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.