Hoge Raad, 26-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1739, 14/02694
Hoge Raad, 26-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1739, 14/02694
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 26 juni 2015
- Datum publicatie
- 26 juni 2015
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:1739
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2014:957, Bekrachtiging/bevestiging
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:416, Gevolgd
- Zaaknummer
- 14/02694
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Vernietigbaarheid bindend advies (art. 7:904 lid 1 BW).
Uitspraak
26 juni 2015
Eerste Kamer
nr. 14/02694
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser],wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. H.L. van Lookeren Campagne,
t e g e n
De coöperatie COÖPERATIEVE RABOBANK KOP VAN NOORDHOLLAND U.A., rechtsopvolgster onder algemene titel van Coöperatieve Rabobank Schagen-Wieringerland U.A.,gevestigd te Den Helder,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Rabobank.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 412020 \ CV EXPL 12-4140 WD van de kantonrechter te Alkmaar van 28 november 2012;
b. het arrest in de zaak 200.124.805/01 van het gerechtshof Amsterdam van 28 januari 2014.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van de kantonrechter en het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Rabobank is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaat.
Nadat de stukken waren gefourneerd en arrest was gevraagd, zijn namens [eiser] stukken overgelegd die niet behoren tot de stukken van het geding als bedoeld in art. 419 lid 2 Rv. Nu deze stukken zijn ingediend na de sluiting van de behandeling van de zaak, heeft de Hoge Raad deze terzijde gelegd.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiser] in zijn cassatieberoep, voor zover gericht tegen het vonnis van de rechtbank Alkmaar, sector kanton, van 28 november 2012, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
3 Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.