Hoge Raad, 10-07-2015, ECLI:NL:HR:2015:1811, 14/06224
Hoge Raad, 10-07-2015, ECLI:NL:HR:2015:1811, 14/06224
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 10 juli 2015
- Datum publicatie
- 10 juli 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:1811
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:3701, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 14/06224
Inhoudsindicatie
Art. 3.81 en 3.82 Wet IB 2001; art. 10, lid 1 en lid 5, en 32ba, Wet LB 1964. Ontslaguitkering terecht in de heffing van inkomstenbelasting betrokken. Eventuele eindheffing bij werkgever doet daaraan niet af. Art. 81 RO.
Uitspraak
10 juli 2015
nr. 14/06224
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 11 november 2014, nr. BK‑13/01439, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 13/4060) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2009 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
De Advocaat-Generaal R.E.C.M. Niessen heeft op 31 maart 2015 geconcludeerd tot het ongegrond verklaren van het beroep in cassatie.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (vgl. de onderdelen 5.8 en 5.9 van de conclusie van de Advocaat-Generaal).
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.