Home

Hoge Raad, 10-07-2015, ECLI:NL:HR:2015:1831, 14/01337

Hoge Raad, 10-07-2015, ECLI:NL:HR:2015:1831, 14/01337

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
10 juli 2015
Datum publicatie
10 juli 2015
ECLI
ECLI:NL:HR:2015:1831
Formele relaties
Zaaknummer
14/01337

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

10 juli 2015

Nr. 14/01337

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 31 januari 2014, nrs. BK‑13/00677 en BK-13/00678, betreffende aan belanghebbende over de periode 1 januari 2003 tot en met 31 maart 2004 opgelegde naheffingsaanslagen in de omzetbelasting.

1 Het eerste geding in cassatie

De uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam is op het beroep van belanghebbende bij arrest van de Hoge Raad van 12 juli 2013, nr. 10/00787, ECLI:NL:HR:2013:58, BNB 2013/210, vernietigd, met verwijzing van het geding naar het Gerechtshof Den Haag (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dat arrest.

2 Het tweede geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij twee middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

3 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Proceskosten

5 Beslissing