Hoge Raad, 10-07-2015, ECLI:NL:HR:2015:1837, 14/05289
Hoge Raad, 10-07-2015, ECLI:NL:HR:2015:1837, 14/05289
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 10 juli 2015
- Datum publicatie
- 10 juli 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:1837
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2014:3808
- Zaaknummer
- 14/05289
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
10 juli 2015
Nr. 14/05289
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 11 september 2014, nrs. 13/00055 en 13/00056, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Haarlem (nrs. AWB 12/2775 en 12/2776) betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2009 en 2010 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
De Staatssecretaris heeft een conclusie van dupliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.