Home

Hoge Raad, 10-07-2015, ECLI:NL:HR:2015:1838, 14/06268

Hoge Raad, 10-07-2015, ECLI:NL:HR:2015:1838, 14/06268

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
10 juli 2015
Datum publicatie
10 juli 2015
ECLI
ECLI:NL:HR:2015:1838
Formele relaties
Zaaknummer
14/06268

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

10 juli 2015

Nr. 14/06268

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 11 november 2014, nr. BK‑14/00212, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank ’s-Gravenhage (nr. SGR 13/7819) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2009 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing