Hoge Raad, 09-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:23, 14/01912
Hoge Raad, 09-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:23, 14/01912
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 9 januari 2015
- Datum publicatie
- 9 januari 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:23
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2014:1607
- Zaaknummer
- 14/01912
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
9 januari 2015
Nr. 14/01912
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 4 maart 2014, nr. 13/00830, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (nr. AWB 11/2222) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken voor het jaar 2011 betreffende de onroerende zaak [a-straat] nummer [1] te [Q].
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borger-Odoorn (hierna: het College) heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
Het College heeft een conclusie van dupliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.