Hoge Raad, 09-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:25, 14/03038
Hoge Raad, 09-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:25, 14/03038
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 9 januari 2015
- Datum publicatie
- 9 januari 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:25
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:1682
- Zaaknummer
- 14/03038
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
9 januari 2015
Nr. 14/03038
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 2 mei 2014, nr. BK-13/01262, betreffende een door belanghebbende op aangifte voldaan bedrag aan overdrachtsbelasting.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 9 januari 2015.