Hoge Raad, 11-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2507, 15/00987
Hoge Raad, 11-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2507, 15/00987
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 11 september 2015
- Datum publicatie
- 11 september 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:2507
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2015:327
- Zaaknummer
- 15/00987
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
11 september 2015
Nr. 15/00987
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 22 januari 2015, nr. 14/00336, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 21 maart 2014 (nr. AWB 13/3633) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2010 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2015.