Hoge Raad, 11-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2545, 15/01992
Hoge Raad, 11-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2545, 15/01992
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 11 september 2015
- Datum publicatie
- 11 september 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:2545
- Zaaknummer
- 15/01992
Inhoudsindicatie
HR: art. 80a RO.
Uitspraak
11 september 2015
nr. 15/01992
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 26 maart 2015, nr. 13/00800, betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2010 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet, alsmede een verzuimboete.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2015.