Hoge Raad, 18-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2682, 15/00112
Hoge Raad, 18-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2682, 15/00112
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 18 september 2015
- Datum publicatie
- 18 september 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:2682
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2014:5737
- Zaaknummer
- 15/00112
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
18 september 2015
Nr. 15/00112
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 december 2014, nrs. 12/00520 t/m 12/00523, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem (nrs. AWB 11/4125, AWB 11/4126, AWB 11/4127 en AWB 11/4130) betreffende de aan belanghebbende over het jaar 2003 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de voor de jaren 2005, 2006 en 2007 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de daarbij gegeven boetebeschikkingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.