Hoge Raad, 09-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:2996, 15/00376
Hoge Raad, 09-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:2996, 15/00376
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 9 oktober 2015
- Datum publicatie
- 9 oktober 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:2996
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2014:5265
- Zaaknummer
- 15/00376
Inhoudsindicatie
-
Uitspraak
9 oktober 2015
Nr. 15/00376
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 12 december 2014, nr. 13/01021, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. AWB 13/1664) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2010 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.