Hoge Raad, 20-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3339, 15/00969
Hoge Raad, 20-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3339, 15/00969
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 20 november 2015
- Datum publicatie
- 20 november 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:3339
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:80, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 15/00969
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO
Uitspraak
Hoge Raad der Nederlanden
Derde Kamer
Nr. 15/00969
20 november 2015
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 16 januari 2015, nr. 13/00816, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. AWB 11/4540) betreffende een aan belanghebbende over de periode april 2009 tot en met juni 2009 opgelegde naheffingsaanslag in de accijns.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.